Tambú

Ons immaterieel erfgoed!

Ontdek Tambú

In de 17e eeuw ontstaat op Curaçao onder de tot slaaf gemaakten een bijzondere muziekvorm: tambú. Na 200 jaar veroordelen, gedogen en verbieden in de tambú sinds 1952 legaal. In 2015 is tambú op initiatief van de Stichting SPLIKA geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. De basis van tambú is een mix van culturen uit West-Afrika. Nauw verweven, met godsdienst en leven, vormt de muziek een ritmische uitlaatklep voor alle emoties. De doffe dreunen van de trom (tambú), geflankeerd door het scherpe klank van de ‘heru’ (= ijzer, meestal een metalen gebruiksvoorwerp dat met een ijzeren staafje wordt bespeeld), de joelende zang en de vooral in westerse optiek wulpse bekkendans, maken tambú in de ogen van de  machtshebbers onzedelijk en onbeschaafd.

De zang, in Papiamento, een taal die in dezelfde periode ontstaat uit Afrikaanse talen en Portugees met een vleugje Spaans, Engels en Nederlands, is voor de Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders onverstaanbaar. Onzekerheid groeit bij de kerkelijke en civiele autoriteiten. Na toenemende veroordeling en repressie, volgt in 1936 een algeheel tambúverbod. Dit wordt in 1952 weer opgeheven. Een gevolg van het zelfbestuur dat in de jaren na de tweede wereldoorlog in de Nederlandse koloniën wordt ingevoerd. Ook daarna echter stuit tambú bij de autoriteiten op weerstand. Ook bij sommige Afro-Curaçaoënaars roept tambú nog verzet op. Als oorzaak van deze vervreemding van het ‘eigene’ is wel de invloed van de school en de Katholieke kerk gezien. Door onderwijzers en geestelijken werd beweerd dat Afrikaanse elementen als onbeschaafd moeten worden beschouwd.

Tambú heeft echter een rijke geschiedenis en neemt een belangrijke plaats in het leven van mensen in. Muziek kan mensen verbinden en dat is zeker ook de bedoeling van tambú. De Curaçaose tambú-expert René Rosalia zegt hierover: ‘Tambú is niet alleen dans en ook niet alleen zang en muziek. Tambú is het leven zelve. Het maakt deel uit van het Afrikaanse geloof dat met de slavernij in het gehele Caraïbische Gebied is doorgedrongen. De grondslag van de Afrikaanse religie is het leven zelf en kan dus niet los van het economische, het culturele en het sociale worden gezien. De tambú-muziek biedt de mogelijkheid tot emotionele uiting, genot, vermaak, communicatie, fysieke reactie, sociale controle, instandhouding van sociale instituties en het naleven van religieuze riten. Het feit dat tambú-muziek aan die functies beantwoord, wil zeggen dat deze muziek een bijdrage levert aan de continuïteit en stabiliteit van cultuur en de integratie van de gemeenschap’.

In 2016 op initiatief van de Stichting SPLIKA geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.

Lees meer over onze bijdrage
aan het bescherming van onze cultuur

Kaha di orgel – bijgeschreven in Inventaris vanaf november 2016.